Hoe te bestellen
De digitale kooi is uitgegeven bij Boom Bestuurskunde.
ISBN: 978-94-6236-813-2 | € 33,50
eISBN: 978-94-6274-805-7 | € 33,50
ICT De voorstellen van de Raad van State om de burger te beschermen tegen de digitaliserende overheid zijn schijnoplossingen, schrijven Arjan Widlak en anderen.
‘Bij fouten in het systeem moet de burger zijn onschuld bewijzen.” „Het valt niet meer na te gaan of een besluit op basis van correcte gegevens is genomen.” Zomaar twee voorbeelden uit het ongevraagd advies aan de regering dat de Raad van State op 6 september uitbracht (‘Ongevraagd advies over de effecten van de digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen’). Het is zeldzaam dat de Raad van State een ongevraagd advies geeft. De burger mag niet in de knel komen door de digitaliserende overheid, wat nu dus wel het geval is.
De constateringen van de Raad liegen er niet om. „De burger kan niet meer nagaan welke regels zijn toegepast.” „Er is geen oog meer voor de eigenheid van de situatie.” Het raakt de kern van wat we beschouwen als goed en rechtvaardig bestuur.
Wij (de ondertekenaars van dit artikel) hebben – elk met eigen langjarig onderzoek – hetzelfde vastgesteld. We zijn dan ook verheugd dat de Raad van State de feiten nog eens met het gezag van een Hoog College van Staat naar voren brengt. Maar de aanbevelingen die de Raad doet, staan niet in verhouding tot het probleem dat zij constateert.
Door de wijze waarop de ICT in Nederland is ingericht zitten niet alleen de burgers, maar ook de uitvoeringsorganisaties (zoals de Belastingdienst en de UWV) en beleidsmakende ministeries gevangen in het systeem dat ze zelf geschapen hebben. Willen we echt verbeteringen aanbrengen, dan zal dit onderliggend probleem moeten worden aangepakt. Elke andere oplossing is cosmetisch van aard.
Wat is er aan de hand? Ooit bestond de bureaucratie uit enerzijds de ambtenaren die we allemaal wel eens tegenkomen, zoals de gemeente-ambtenaar achter het loket, en anderzijds ambtenaren in beleidstorens met kennis van de regels en de statistieken. Dit is het verleden. De ambtenaren zijn niet langer de experts van hun eigen regels. Ze werken met een systeem dat gemaakt is door IT-experts. Een systeem dat niet één systeem is, maar duizenden systemen.
Al die systemen zijn met elkaar verknoopt via duizenden datakoppelingen waarmee gegevens over burgers, bedrijven en beslissingen worden uitgewisseld. Dit is de bureaucratische ‘cloud’. Als je een auto bezit weet niet alleen de RDW dat, maar automatisch ook de Belastingdienst, de gemeente en het Centraal Justitieel Incassobureau die op basis daarvan beslissingen nemen. En als de gemeente je nieuwe adres registreert, komt dat onder andere ook terecht bij je zorgverzekeraar, je pensioenfonds en DUO.
Op zichzelf is daar niks mis mee. Maar bij de inrichting en verknoping van de ICT bij de Nederlandse overheid staan niet de burger en het publiek belang centraal. Alles is zonder collectieve visie opgezet, gedreven door het belang van de betrokken organisaties. Niemand heeft zicht op welke gegevens worden uitgewisseld en waarvoor ze worden gebruikt. Daarom is het onmogelijk te weten wat de gevolgen zijn van een wijziging in een registratie. Wanneer je gegevens wijzigen bij de ge meente, omdat je gaat scheiden bijvoorbeeld, kan het zomaar zijn dat je – veel later vaak – ontdekt dat je je zorgverzekering bent verloren of je zorgtoeslag. We zijn het overzicht kwijt en mede daarom zijn we de controle kwijt.
De adviezen van de Raad van State zijn niet onjuist, maar volstrekt onvoldoende. Het is belangrijk om een besluit beter te motiveren en aan te geven waar de gegevens vandaan komen, maar niet voldoende voor de burger om een fout te kunnen herstellen. Met een menselijk oog kijken naar bezwaren is relevant, maar de bezwaartermijn is vaak al verstreken voordat de burger het probleem ontdekt. Dat de burger regie moet hebben over zijn gegevens, is in belangrijke mate een eufemisme voor het verplaatsen van werk van de overheid naar de burger, omdat de overheid het niet meer voor elkaar krijgt zelf overzicht te scheppen. Een individuele burger is daar nog veel minder voor toegerust.
Lees ook: Computer zegt nee. Hoe Saskia twintig jaar vastliep in het systeem
De Raad lijkt al te hebben opgegeven dat veranderingen mogelijk zijn. Wij niet. Het gaat om de fundamentele vraag wat wij als mensen van onze samenleving verwachten en hoe wij de technologie voor die wensen kunnen inzetten. De aanbevelingen die de WRR heeft gedaan in het rapport iOverheid (2011), de adviezen van de Algemene Rekenkamer (2014), het rapport van de Rotterdamse Ombudsvrouw (2014), de aanbevelingen van de Nationale ombudsman (2016), zij bieden allemaal een uitweg uit de impasse.
Vanuit haar verantwoordelijkheid is het begrijpelijk dat de Raad met een juridische blik kijkt. Maar een verkokerde kijk helpt niet om alle betrokken organisaties op hun verantwoordelijkheid te wijzen en een bijdrage te leveren aan de oplossing. Als iets de aard van dit probleem kenmerkt, is dat een oplossing een stap vraagt in zowel het recht, als het bestuur en de ICT-architectuur.
We roepen de regering daarom op een meer integrale blik op het probleem te ontwikkelen. Vanuit het perspectief van de burger en het publiek belang. De concrete invulling begint met de praktische mogelijkheid voor professionals om in te grijpen in automatische besluiten wanneer dat noodzakelijk is voor behoorlijk bestuur.
En het begint bij rechten voor burgers die praktisch afdwingbaar zijn. Denk daarbij aan een recht op centrale correctie. Dat betekent dat niet alleen fouten zich als een olievlek verspreiden, maar voortaan ook correcties. Dit geeft niet alleen een meer gelijkwaardige positie aan de burger, maar verschuift ook de belangen bij de ontwikkeling van systemen.
Arjan Widlak, Kafkabrigade
Marlies van Eck, eLaw instituut Universiteit Leiden en zelfstandig adviseur
Rik Peeters, Kafkabrigade
Deze reactie is mede ondertekend door (ervarings)deskundigen uit het openbaar bestuur, ict, informatiekunde, zorg en sociale sector die de gevolgen van deze problematiek kennen: Jacques de Wit (elearning voor kwetsbare mensen), Henk Wevers, Robbin te Velde (onderzoeker ICT en strategie), Anke van Gorp (onderzoeker ethiek en veiligheid), Lennard Struijk (senior business consultant), Leo Smits (voormalig directeur adviesbureau voor informatievraagstukken), Peter Seignette (adviseur digitale overheid), Dirk Schravendeel (adviseur digitale overheid), Frans Rikhof (informatiedeskundige), Evert-Jan Mulder (adviseur digitale transformatie publieke sector), Hans Meijering, Arjan Loeffen (informatie-architect), Peter-August Keur (senior consultant), Marlieke de Jonge (werkgroep toegankelijk Groningen), Winfried Felix (huisarts), Jaap Huibers (interim-manager lokale overheid), Theo Hooghiemstra (adviseur digitale overheid), Peter Heskes (Ombudsman van Den Haag), Philip Hennemann (directeur ICT startup), Tineke Egyedi (wetenschappelijk onderzoeker standaardisatie), Lisette Drenth (business analist), Jeroen van Doorn (senior business analyst), Maarten Crump (strategisch adviseur), Yvet Bommelje (onderzoeker en hoofdredacteur Sociaal Bestek), Krijn van Beek (strategie ontwikkelaar, redactievoorzitter Sociale Vraagstukken), Hans van Alebeek (adviseur digitale overheid sociaal domein)
De digitale kooi is uitgegeven bij Boom Bestuurskunde.
ISBN: 978-94-6236-813-2 | € 33,50
eISBN: 978-94-6274-805-7 | € 33,50